Knokken om de Kaap

Heimwee naar hoeren en de opiumkit

Door Carel van der Velden

Rotterdam _ Katendrecht. Diep in de jungle van het Amazonegebied noemde een gepensioneerde zeeman ooit spontaan de naam van de roemruchte wijk toen hij werd voorgesteld aan een Rotterdammer. De heimwee naar vroeger tijden deelde hij met Rokus van den Bussche, die ruim veertig jaar na zijn vertrek serieus heeft overwogen terug te keren naar de eerste multiculturele buurt van Nederland. Zijn 'sentimental journey' vormt de rode draad in de documentaire 'Knokken om de Kaap', die gisteravond een eerste publieksvertoning beleefde.

Op een televisie is Ronald Sørensen te zien, voorman van de partij die bij de verkiezingen in 2002 veruit de meeste stemmen in Katendrecht vergaarde. Drie wijkbewoners kijken elkaar in de zomer van 2003 veelbetekend aan als hij een inmidddels allang weer uiteengespatte proefballon oplaat in het eeuwige prostitutiedebat. Een eroscentrum op het Eiland van Brienenoord, dat lijkt de man van Leefbaar Rotterdam wel wat. Gedane zaken nemen geen keer, maar ook op Katendrecht heeft een deel van de bewoners spijt dat de prostituées dertig jaar geleden van het schiereiland werden gejaagd.

De strijd uit de jaren zeventig tussen bewoners en pooiers komt uitgebreid aan bod in 'Knokken om de Kaap', een documentaire die een absolute aanrader is voor iedere Rotterdammer met belangstelling voor de recente geschiedenis. Rokus van den Bussche werkte tot 1961 op de Kaap in de diepvrieshallen van visverwerker Kristal. Toen zijn baas ook in de kippen ging, werd hij overgeplaatst. Zijn vrouw dacht aanvankelijk naar Barendrecht, maar het werd Barneveld. In plaats van hoeren en Chinezen kreeg hij kippenboeren en dames met lange rokken en hoedjes als buren.

Wat ging er mis met Katendrecht, het meest tot de verbeelding sprekende uitgaanskwartier van Rotterdam? Over dat onderwerp is veel geschreven, maar in de documentaire komen bewoners allerminst tot een eensluidende conclusie. De één houdt het op de opmars van de Haagse penose. Die kocht eind jaren zestig panden op, maakte er bordelen van en intimideerde de buurtbewoners.

Een ander geeft de veranderende zeden de schuld. Betrekkelijk nieuwe fenomenen als de seksshop en de pornobioscoop vormden zelfs op de Kaap een provocatie. Lang spiegelde de sekshandel zich aan de praktijk van de Chinezen, die zich op Katendrecht slechts achter gesloten deuren bezighielden met gokken en opiumhandel. Met de introductie van de raamprostitutie en de seksshops verdween de discretie. Katendrecht werd een buurt waar ouders met kinderen zich niet meer thuisvoelden, vertelt wijkbewoner Kees Ketting. ,,In de etalages verschenen enorme dildo's. Mijn vader werd kwaad als ik vroeg wat dat voor dingen waren.''

De oplopende spanningen leidden tot de oprichting van het actiecomité 'Redt Katendrecht'. Prominente actievoerders als Wies en Guus Lempke en Herman en Marie van Eijk ontbreken in de film niet. Omdat 'de zaak verjaard is', verklapt Van Eijk hoe hij in die tijd een ruzie met een clubje pooiers beslechtte. ,,Ik heb die gozer vier gleuven in zijn hersens geslagen.''

Rokus van den Bussche zag destijds op televisie dat zijn oude wijk steeds gewelddadiger werd. De inmiddels historische beelden van ME'ers in de straten, scheldende hoeren en massale fouilleeracties keren in de documentaire terug. Oud-wethouder Wim van der Have legt uit waarom het gemeentebestuur de kant van de actiegroep koos. ,,We waren niet tegen prostitutie, maar tegen de uitwassen moesten we optreden. In 1971 woonden er vierduizend mensen, een paar jaar later waren er nog maar 2500 over. Er moest iets gebeuren.''

Het is 2003 als Rokus van den Bussche, lang na het optrekken van de kruitdampen, overweegt naar Katendrecht terug te keren. Wonen in een flat met uitzicht op de Nieuwe Maas, dat lijkt hem wel wat. ,,Het water trekt, meer dan de kippen in Barneveld,'' zegt hij. Zijn oude buurgenoten verklaren hem echter voor gek. Katendrecht is Katendrecht niet meer. Net als de hoeren en de penoze zijn ook de saamhorigheid en het bruisende nachtleven (voorgoed) uit de wijk verdwenen.

Het heden is weinig opwekkend, al poogt de gemeente de wijk met dure nieuwbouw op de kades van een gouden rand te voorzien. Van den Bussche hoort vooral geklaag over kansarme allochtonen, die de wijk de laatste jaren in een houdgreep hebben genomen. ,,Ik hoor alleen maar teringherrie en ze maken er een klerezooi van,'' zegt een wijkbewoner over zijn buren. ,,Vuilniszakken worden over het balkon gegooid. En als je er wat van zegt, hoor je: kanker-Nederlander, bemoei je er niet mee. Als de zak uiteenspat, vliegen de strontluiers in het rond.''

Wat resteert, is sentiment naar een tijd die nooit meer terugkomt. Toen Teddy Cotton in de Belvedère optrad en Arie Valkhoff dagelijks op een barkruk zijn 'De Schuit van Ome Arie' ten gehore bracht. Het moet deze heimwee zijn die Wies Lempke een traantje doet wegpinken. De camera is erbij als zij na de dood van haar man tegen heug en meug de wijk verlaat.

 

'Knokken om de Kaap' is op 22 en 29 februari te zien in Lantaren/Venster. De documentaire wordt later dit jaar uitgezonden door de NCRV.

Home | History | Portfolio | Actual | English

KnokkenomdeKaapArchiefVK