de ziekte die Curacao heet
Toen de Rotterdamse arts Chris Engels (19 november 1907 - 20 december 1980) in 1936 vertrok naar Curaçao, wees niets in de richting van zijn bijzondere begaafdheden als schilder, dichter en componist. Integendeel, zijn eerste schilderij was een poging, uit angst voor vergetelheid, zich het beeld van zijn overleden vrouw voor de geest te halen. En zijn eerste dichtsels werden door de critici afgedaan als ‘keukenrijmpjes’. Toch, vanaf zijn aankomst op het eiland Curaçao, ontwikkelde hij zich als sociaal bewogen medicus, kunstenaar en cultuurdrager.
Wat startte deze ontwikkeling?
Ons zijn geen dramatische momenten in het leven van Chris Engels bekend die, zoals vaak bij kunstenaars, de voedingsbodem vormen voor een creatieve ontwikkeling. Er was geen spook dat hem achtervolgde; geen frustratie waar hij vorm aan wilde geven; geen onbewust verlangen naar iets onbereikbaars. Nee. Chris Engels was een gewone man.
Wat gebeurde er dan met hem dat hem zo buitengewoon heeft gemaakt?
Waarschijnlijk is het eiland Curaçao ‘gebeurd’. Waarschijnlijk heeft Curaçao van deze gewone man Chris Engels een echte renaissancistische mens gemaakt. Een mens die zich voor alles en voor iedereen interesseerde, zonder uitzondering betrokken bij de omgeving waarin hij leefde. En het eiland deed dat niet alleen met hem. Ook gouverneur en dichter Cola Debrot, politicus da Costa Gomez, de grote voorvechter van Antilliaanse zelfstandigheid, en de schrijvende doktor Gungu Maal, schrijvers Tip Marugg, Boeli van Leeuwen, dr. Hugenholtz en Simon Vestdijk lijken besmet geraakt te zijn geweest door dat mysterieuze eiland.
Er is zelfs een uitdrukking voor wat met hen gebeurde. Het wordt ‘de ziekte die Curaçao heet’ genoemd.